Waar ben jij trots op?
Vorige week schreef ik in mijn blog onder andere over de twee sporen, waarbij ik begin dit jaar dan toch weer ongewild relatief veel op het medische spoor belandde. Nou dat is de afgelopen week zéker het geval geweest. Niet ongewild, maar gepland met een welbewuste keuze en informatie vooraf van specialisten. Met een ziekenhuisopname voor een nieuwe heup, wist ik een ding zeker: ik boemel de komende weken wat voort op het medische spoor en dat andere spoor om mijn leven in te vullen zit meer op de achtergrond. Ik weet ook drommels goed dat dit stuk van het medische spoor noodzakelijk is om straks de wissel te kunnen nemen naar het tweede spoor om de draad van mijn leven weer op te pakken.
De avond na de operatie werd ik in het ziekenhuis door de fysio van mijn bed geholpen en heb ik drie meter heen en terug gekrukt. Bekaf, misselijk van de inspanning en terug op bed leek het wel of ik een van mijn bergtrails in Oostenrijk weer herbeleefde. Maar de eerste stappen waren gezet en ik was er trots op. Het voelde ook als de eerste maanlading met de Apollo-Piet. De volgende ochtend was de collega fysiotherapeut van het ziekenhuis paraat en hielp mij verder aan de ‘wandel’. Tot de deur van de kamer dit keer. ‘Houd je er rekening mee dat je ook terug moet?’ was de vriendelijke vraag waar ik een duidelijke aanwijzing in herkende. Dus terug en niet terug in bed, maar op de stoel aan tafel. Gewoon zitten, heerlijk. Gewone dagelijkse dingen die ineens mijlpalen worden. ’s Middags was ze er weer en hebben we samen de grenzen verlegd en ook de trap op en neer genomen. ‘Van mij mag je naar huis, het gaat heel goed’. En dat klonk mij als muziek in de oren.
Rond het middaguur werd ik opgehaald voor een foto. Niet dat ik nou heel fotogeniek ben; het ging om een kiekje van de nieuwe heup. De verpleging van radiologie vroeg me wanneer ik geopereerd was. ‘Gistermiddag’ zei ik. ‘Oh en dan nu al in de rolstoel met krukken?’. Ik gaf aan dat ik vooruit wil, tja en wat mij betreft liggen altijd nog kan. Maar eerlijk is eerlijk, de hele exercitie van uit de rolstoel komen, stappen met krukken en liggen op de fototafel (bed?) en weer terug, joegen mijn hartslag tot boven de 100. Dit lijk wel op trainen dacht ik.
Terug op de kamer werd ik verrast door een stapel kaartjes van de kleinkinderen -ingevuld via de website van het ziekenhuis- met wensen voor opa voor beterschap, veel knuffels, een hele dikke knuffel etc. Wat een lekker stel denk ik dan en dan voel ik de trots op deze ukkepukken en tieners groeien.
Ik zag overigens wel als een berg tegen die hele heupoperatie op. Bergen heb ik in het verleden wandelend en hardlopend wel bedwongen, maar dit was een andere berg. Een ingreep die nodig was om ergens de komende weken weer op het andere spoor te komen. In combinatie met de gewijzigde hormoonsamenstelling in mijn lijf, zit de emotie al snel hoog en kabbelen de tranen dicht onder het oppervlak. Zo ook op het bed wachtend in de ruimte voor de operatie. Ik was wat in slaap gesukkeld en werd wakker gemaakt door de orthopedisch chirurg. Hoe het met me ging. Hij weet dat ik niet meer beter word en de ingreep kwaliteit in mijn leven terugbrengt. De tranen in de ogen kwamen als vanzelf: ‘het moet wel, maar ik zie er behoorlijk tegen op’.
‘We gaan u goed helpen en ze zijn nu nog bezig met dweilen’. ‘Oh’ zei ik ‘lijkt wel op het schaatsen’. ‘Ja‘ zei de chirurg ‘maar wij doen dat na elke rit en dat is bij schaatsen niet zo’. Met deze intermezzo bij de dweilpauze was het ijs gebroken. Hij vroeg naar de verdoving die ik had. ‘Ik heb een ruggenprik en ook een roesje, want ik heb veel vertrouwen in de mensen die me helpen, maar hoef niet alles mee te maken van de operatie’. ‘Oh dat is jammer, want dan hoort u niet de Duitse Schlagers die we ondertussen zingen’. ‘Die moet ik dan naderhand maar via Spotify beluisteren’ zei ik met een glimlach en de toon was goed gezet. Ik was over de berg heen geholpen door deze chirurg. Wat fijn dat er zorgpersoneel en specialisten zijn, die zó de zorg invullen: niet alleen aandacht voor een technische ingreep, maar voor de mens die het allemaal ondergaat. Ik ervaar op bepaalde momenten echter ook dat er in de zorg verbeterpunten zijn, maar die dag en met dat gesprek was ik trots op de zorg en het personeel die we in dit land hebben.
In mijn projecten in het verleden heb ik mijn momenten van trots wel gekend bij het bereiken van mijlpalen en de samenwerking met diverse personen. Trots is niet iets wat voorbij hoeft te gaan, in het verleden blijft, want er zijn nieuwe momenten -als je het kunt en wilt zien- waar je trots op kunt zijn: waar ben jij trots op?
Ʀ 2023/05