Incasseren
Op het moment dat in april een vervolgafspraak werd gemaakt in het ziekenhuis voor ‘beeldvorming’ in mei leek dat nog ver weg. Afgezien van het feit dat ik in april even ‘normaal’ ziek was en conditioneel wat achterop raakte, gaf het ziekteproces van de kanker nog geen aanleiding voor onrust bij mezelf. Gaandeweg kwam ik dichter op de afspraken en met de fysieke klachten die ik inmiddels kreeg, werd ik er minder gerust op. De onrust was niet meer ver weg. Het zat in mijn hoofd te knagen en gaf weer een stuk onzekerheid. Wat gaan we nu weer meemaken? Maar goed, je moet toch eerst de onderzoeken ondergaan en de uitslagen afwachten.
Ik zie een bepaald patroon in het ziekteproces bij mezelf. Gedurende een periode van drie tot vier maanden is er controle op het proces door een behandeling die ik onderga. Dan gaat het prima en kan ik de draad van veel dingen -binnen de beperkingen die ik heb- weer wat oppakken. Ik geniet daarvan en ben me dan bewust van de halfvolle glazen die ik zie. En dan volgt een incident, afwijking en gaat het ziekteproces van kanker weer z’n eigen gang. Op zo’n moment is er een (behandel)kaart gespeeld (en voorbij) en wordt bekeken welke volgende kaart getrokken kan worden. Het zijn momenten waarop ik van mijn fundament wordt geduwd en tijd nodig heb om weer terug te krabbelen om daar weer op te gaan staan.
Met de uitslagen van het laatste bloedonderzoek die ik in de ‘mijn-omgeving’ van het ziekenhuis zelf kan raadplegen, hadden we ons in het weekend voorbereid op het gesprek met de oncoloog. We hadden de dreun al gevoeld omdat een aantal bloedwaarden niet goed waren. Daardoor verliep het gesprek in het ziekenhuis afgelopen maandag wat nuchter. Probleem A vraagt om een oplossing X en probleem B pakken we aan met oplossing Y. Daarna kijken we naar vervolgstappen, want er zijn nog enkele behandelopties voor een vervolg.
Die technische benadering hoort er bij, het is onderdeel van het ziekteproces. Het is het medische spoor dat ik volg en dat in fasen zoals nu de boventoon voert. Ik ben me dan ook weer bewust van mijn eindigheid. Het andere spoor van mijn leven vraagt ook om aandacht om het leuk te houden. Wat kan ik nog, wat wil ik nog en welke momenten van ‘pluk de dag’ kan ik vastpakken. In mijn situatie (weten dat je niet meer beter wordt) hoort medische zorg in de context te staan van palliatieve zorg. Want er is meer dan de oplossingen X en Y.
Het reizen op beide sporen wil ik in balans houden en dat is beslist niet eenvoudig. Als de ziekte zich weer duidelijker manifesteert kost het moeite om ‘memento mori’ in een goede verhouding te laten zijn met ‘carpe diem’. Veerkracht is dan zeker nodig, maar dat gaat niet zonder te kunnen incasseren.
Ʀ 2023/15